Eilanddecadentie
Knysna
Na de bush safari's, bivaktenten en buitengewoon mooie natuur reden we naar een klein stadje genaamd Knysna. Dat bevindt zich in feite rondom een meer dat uitmondt in de Indische Oceaan. Je spreekt het uit als [naaisna] . Niet dat het ons iets kan schelen want we vonden er helemaal niets aan. Om het brut te zeggen was dit simpelweg een domper.
Knysna bestond uit souvenirwinkels, een kleine haven en een eilandje waar naar mijn gevoel veel miljonairs een buitenverblijf hebben. Een paradijs voor blanke rijke mensen. Saaiheid alom dus. Ik ben me er heel bewust van dat ik ook deel uitmaak van de rijksten ter wereld maar dat was pure decadentie. Een eiland dat bestond uit witte huizen en privé stranden. Als je dan de brug weer over ging en richting het centrum wandelde begaf je je plots in een beruchte buurt. Die tegenstellig was enorm.
Toen we aankwamen hadden we allereerst al pech met ons hotel. Ons oorspronkelijk verblijf had onverwacht te maken met een waterlek waardoor ze zonder onze inbreng een alternatief hotel hadden geboekt. Absoluut niet naar onze goesting. Last minute konden we dan gelukkig ergens anders terecht. De volgende ochtend stonden we allen met onze pyjama en kleine slaapogen op de gang toen het brandalarm om zeven uur s' ochtends afging. Het ging van kwaad naar erger. Gelukkig konden we ook allemaal lachen met deze 'wet van Murphy'-toestanden. We namen de tijd om even te rusten. Ik wil nu zelf niet te decadent klinken maar de oesters waren wel overheerlijk.
